Privacy en Social media vanuit het perspectief van jongeren

Volgens Danah Boyd, etnografe bij o.a. Microsoft Research en aan de New York University, is het absoluut niet waar dat jongeren niet om privacy geven (“elke ouder weet dat!). Het feit dat veel jongeren actief zijn op sociale netwerk sites is geen bewijs dat privacy voor hen geen issue is. Tijdens een keynote op de Educause 2011 maakte ze in een helder betoog duidelijk hoe het volgens haar wel zit.

Danah Boyd besteedt een groot deel van haar tijd aan praten met jongeren over hun leven en het gebruik van technologie daarbij. Jongeren worstelen met het gebruik van social media en hun privacy. Deelname aan sociale media is voor de meesten een sociale verplichting, je komt er niet onderuit. Maar dan vervolgens op een goede manier met privacy omgaan, dat is heel lastig. In de offline wereld zijn sociale interacties “default private” en “public by effort”. Als je deelneemt aan online communities is dit bij de meeste interactie andersom: “default public” en “private by effort”. Dat maakt het moeilijk om de regie te houden over wie in welke situatie wat mag weten, of zien of hoe je moet communiceren. Dit is voor alle jongeren ingewikkeld, maar het is extra ingewikkeld voor jongeren die  te maken hebben met tegenstrijdige normen, bv jongeren uit achterstandsmileus die zich op school willen waarmaken of voor jonge homo’s. Zij zullen ook later in hun leven meer problemen krijgen met wat ze in hun jeugd op sociale netwerksites gepubliceerd hebben. Danah Boyd gaf mooie voorbeelden van de creatieve manier waarop jongeren omgaan met hun privacy op netwerksites. B.v. iedere dag “white walling”  als je het commentaar van je buurtgenootjes niet aan je medeleerlingen wilt tonen.  Of het op een ingenieuze manier gebruik maken van codetaal en codefoto’s. Voor de amerikaanse jeugd is Facebook op dit moment de ‘place to be’. Maar er zijn ook kleine social netwerksites, “nichesites”, waar minderheidsgroepen in toenemende mate naartoe gaan om daar een ‘veilige omgeving’ te zoeken.

Volgens Boyd moet het onderwijs zich veel nadrukkelijker met deze worstelingen bemoeien, maar wel op een constructieve manier!

Is OpenClass een alternatief voor Blackboard?

Een spraakmakende sessie op Educause2011 was die waarin uitgeverij Pearson z’n ELO “Openclass” presenteerde. Of eigenlijk is het volgens vice-voorzitter Adrian Sanner van Pierson, de onderwijsomgeving na de ELO. Want OpenClass is niet goed te vergelijken met een traditionele leeromgeving zoals bijvoorbeeld Blackboard. Het is een omgeving die gebouwd is rondom GoogleApps, alle nieuwe mogelijkheden en trucs van Google zijn dus onmiddelijk in die omgeving beschikbaar.

Sanner hield een hartstochelijk pleidooi op af te stappen van alle zelf gehoste omgevingen die telkens weer geupgraded moeten worden. OpenClass wordt aangeboden als SaaS. En het is gratis.

Sanner benadrukte dat het een open omgeving is. Niet in de zin van Open Source, want in die betekenis is OpenClass helemaal niet open en is de naam OpenClass ook wel enigszins misleidend. Maar wel open, en dat vind ik heel interessant, in die zin dat je niet een bepaalde opleiding of cursus hoeft te volgen om er toegang toe te hebben. OpenClass is niet gestructureerd rond cursussen. Iedereen die een GoogleApps account heeft kan zich toegang verschaffen tot OpenClass via de Google Marketplace. Je kunt direct via bv. Google docs in OpenClass een samenwerkingsomgeving creëren of eraan deelnemen. Je kunt dat niet alleen doen als docent, maar ook als student. Dat maakt het mogelijk op samenwerkingsverbanden, projectgroepen heel flexibel op te zetten, over de grenzen van je eigen opleiding heen. Ideaal voor samenwerkend leren en voor LevenLangLeren!

Zie ook het artikel op het blog van Surf.

De presentatie van OpenClass op Educause:
 



Educause 2011 Philadelphia

Educause noemt zichzelf “The one event that brings the best thinking in higher education IT “. Het is de grootste internationale conferentie op het gebied van onderwijs en ICT in de Verenigde Staten. Iedereen die al eens op een Educause conferentie is geweest is er razend enthousiast over. En I-Team collega Frans Roovers en ik zijn er dit jaar bij! De conferentie is in Philadelphia. We zijn hier in het kader van een Surf studiereis, samen met andere collega’s van universiteiten en hogescholen uit Nederland.

Vandaag was de conferentie nog niet echt begonnen, er was wel een preconference. Ik ging naar het seminar over onderzoek: How to Design and Conduct Good Research and Evaluation Studies in IT and Library settings. Volgens de inleiders was de vraag hoe je als bibliotheek moet inspelen op snelle ontwikkelingen alleen te beantwoorden op basis van systematisch onderzoek naar behoeften van faculteiten en studenten. De sessie diepte vervolgens verschillende aspecten van goed onderzoek uit. Vanuit een pragmatische invalshoek: volgens Glenda Morgan van de Universiteit van Illinois is het allerbelangrijkste je af te vragen op welke praktische vragen je antwoorden wil hebben en moet de aanpak van je onderzoek hierop gericht zijn en niet in de eerste plaats op wetenschappelijke publicatie. Deed me erg denken aan Henk Smeijsters z’n verhalen over onderzoek in het HBO. Veel praktische voorbeelden, ook zelf aan de slag. De centrale conclusie van Chuck Dziuban en Patsy Moskal van de Universiteit van Central Florida was dat er m.b.v. dit soort onderzoeken een “culture of evaluation” gecreerd moet worden. Leuk om eens over door te praten met de bibliotheek!

Morgen gaat het echt beginnen met een general session met Seth Godin. Educause is verder te volgen op het weblog van Surf, via twitter #surfedu2011 (surf) of #edu11(algemeen), maar vooral via het (video)weblog van Frans Roovers: http://weblectures.blogspot.com/!